Nacht

Het is drie uur in de morgen (’s morgens), maar ik kan niet slapen.  Soms gebeurt dit als ik te veel koffie drink, maar vandaag had ik in de morgen alleen één kop.   Het grootste deel van de dag voel ik me een beetje ziek, maar niet te veel.  Misschien kan ik nu niet slapen, omdat ik in de middag een dutje heb gedaan. 

Vandaag heb ik schoongemaakt.   Ik heb drie vuilniszakken gevuld, ik nam de boekenkast af en heb gestofzuigd.  Ook heb ik een stapel boeken in een tas gedaan om naar mijn kantoor te brengen.  Nu zijn mijn planken leeg!  Het is mooi om te zien. 

Ik ben begonnen (om) een nieuwe tv serie te bekijken.  Het gaat over een vrouw die huisarts is, wier (van wie) echtgenoot haar bedriegt.   Het acteerwerk is heel goed, maar de plot is zwak.  Vermoedelijk zal ik niet blijven kijken.